Kendo, de weg van het zwaard, is een van de populairste krijgskunsten in Japan: een sport waarin zowel het lichaam als de geest worden getraind en waarbij de gedachten achter de tradities belangrijker zijn dan het behalen van medailles. Het belangrijkste doel van kendo is continue verbetering op mentaal en fysiek gebied, waardoor je uiteindelijk in staat bent om alle confrontaties in het leven aan te gaan. De sport verbetert je uithoudingsvermogen, gezondheid en vitaliteit. Kendo ziet er indrukwekkend uit, motiveert en is geschikt voor alle leeftijden. In Japan maakt kendo al vanaf de basisschool deel uit van het vak lichamelijke opvoeding.

De sport wordt beoefend met een bamboezwaard (shinai) en een beschermende uitrusting (bogu). Deze uitrusting bestaat uit vier delen: de men (hoofdbeschermer), de kote (handbeschermers), de do (middelbeschermer) en de tare (lichaamsbeschermer). Daarnaast gebruiken kendobeoefenaars (kenshi of kendoka) ook hakama en gi als kleding tijdens de training.

Net als bij andere krijgskunsten worden er graden uitgereikt om het niveau van kendoka aan te geven. Deze lopen vanaf de 6e kyu (beginners) tot en met de 1e kyu. Daarna komen de dan-graden voor gevorderden, die lopen vanaf de 1e dan tot en met de 8e dan. De 9e en 10e dan-graad worden nauwelijks meer gegeven, vanwege leeftijdsbeperkingen. Hoe ervaren iemand is, kan alleen worden ontdekt door met de persoon in kwestie te sparren: het niveau wordt niet aangegeven met bandkleuren, zoals bij karate en judo!

Ook voor kendo worden er nationale en internationale wedstrijden georganiseerd. Nederland heeft een eigen nationaal team voor het EK en WK kendo. Op een wedstrijd (shiai) kunnen maximaal twee punten worden verdiend, die worden toegekend door drie scheidsrechters (shinpan). Verder bestaan er individuele wedstrijden, teamwedstrijden en juniorenwedstrijden. Kendo is leuk, leerzaam, maakt de geest en het lichaam vitaal, vergroot zowel de concentratie als het uithoudingsvermogen en is een levenslange uitdaging voor jong en oud.